Blog

Cohousingproject: iets voor jou?

Cohousing valt onder de term ‘gemeenschappelijk wonen’. Ook de woonvormen kangoeroewonen en zorgwonen vallen onder deze term. De bewoners binnen een project van gemeenschappelijk wonen trachten een oplossing te bieden voor actuele problemen en taboe’s als betaalbaar of duurzaam wonen, vergrijzing, vereenzaming en leegstand of verloedering van waardevol patrimonium.

Gemeenschappelijk wonen?

Slechts in enkele gevallen kan gesproken worden van gemeenschappelijk wonen. Zo dient ‘wonen’ de hoofdfunctie van het gebouw of gebouwencomplex te zijn, zijn er meerdere woongelegenheden, zijn er minimaal twee huishoudens samen, dient er minimaal één leefruimte gedeeld te worden, moet er minimaal één eigen private leefruimte beschikbaar zijn en staan de bewoners gezamenlijk in voor het beheer van het gebouw of gebouwencomplex en de daartoe behorende aangelegenheden (gemeenschappelijke parking, tuin…). Een definitie die bovenstaande voorwaarden vervat, werd in 2019 opgenomen in de Vlaamse Wooncode, die sinds 1 januari 2021 bestaat onder de naam ‘Vlaamse Codex Wonen’. In dat wetboek werd de Vlaamse regelgeving betreffende het woonbeleid gebundeld.

Welke ruimte er bij cohousing precies wordt gedeeld, hangt vaak af van het project zelf en het aandeel van de ruimtes die voorzien kan worden om te delen. In sommige gevallen is dat slechts de eetruimte, in andere gevallen is dit een heel complex, waarbij ook een speelruimte, een bureau, een sportruimte… noem maar op, gedeeld kan worden. 

Losstaand van het feit dat er gemeenschappelijke ruimtes aanwezig zijn, bezit elk gezin in een cohousingproject zijn eigen, autonome woning. Elke autonome woning heeft dus zijn eigen slaapkamer(s), badkamer, woonkamer en keuken. Afhankelijk van het cohousingproject, zijn de autonome woningen doorgaans compacter, omdat er reeds heel wat voorzieningen aan het gemeenschappelijk deel verbonden zijn. Denk daarbij aan een grotere keuken met eetruimte, een atelier, gastenkamers enzovoort. 

Cohousingprojecten kunnen zowel groot als klein zijn, afhankelijk van het aantal ‘units’. Dit varieert tussen 8 en 35 units per project

Vergelijkbaar met cohousing is co-wonen. In deze vorm van gemeenschappelijk wonen worden geen leefruimtes, zoals keuken en woonkamer gedeeld, maar wel ‘niet-leefruimtes’. Voorbeelden hiervan zijn een gemeenschappelijke tuin of een waskamer.

Deense invloed

In Vlaanderen blijft het cohousingfenomeen sinds enkele jaren groeien volgens het Deens model. Cohousing kent dan ook zijn oorsprong in Denemarke. Na kritiek op geïsoleerde gezinnen en het type woningbouw dat destijds in opmars was, ontstonden de eerste woongemeenschappen. Deze werden al snel omschreven als ‘projecten met tientallen woningen en gemeenschappelijke voorzieningen’. Eén van de motieven van de woongemeenschappen was dan ook het creëren van betere sociale condities voor gezinnen die zich steeds meer zouden isoleren in de sterkgroeiende moderne industriële maatschappij. Oorspronkelijk lag de nadruk daarbij op een betere voorziening van omgeving en opvang voor kinderen. Niet veel later werd dat accent ook op de contacten van de ouders gelegd. 

De cohousingprojecten bestaan gemiddeld uit 6 tot 80 huishoudens. De deelnemende gezinnen overleggen voortdurend met architecten en technische adviseurs, zodat er steeds rekening gehouden wordt met de veranderende familiestructuur en voorzienbare flexibiliteit.

Nood aan een wettelijk kader

De toenemende vraag naar gemeenschappelijk wonen is het gevolg van enkele actuele problemen. De stijgende bevolkingsgraad en de beperkte open ruimte die Vlaanderen nog aanbiedt, zijn daar één van. Bovendien blijven de prijzen binnen de vastgoedmarkt stijgen, en dan speelt ook het sociale aspect nog een belangrijke rol. Gemeenschappelijk wonen, en dus ook cohousing, biedt een oplossing op heel wat van bovenstaande problemen. 

Omdat huishoudens die deelnemen aan cohousingprojecten uiteraard deels het beheer samen uitvoeren, dienen er heel wat duidelijke afspraken gemaakt te worden. Toch biedt België nog geen duidelijk wettelijk kader aan omtrent de verschillende woonvormen. Momenteel worden afspraken duidelijk omschreven op papier, met behulp van de nodige diensten als advocaten, notarissen, vastgoedmakelaars en dergelijke.

Proefomgeving nieuwe woonvormen

Met het doel proefprojecten voor gemeenschappelijk en vernieuwend wonen te stimuleren, vroeg het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering om experimentele woonprojecten op te starten, zonder de houvast van een wettelijk kader. De proefomgeving is nog steeds aan de gang en zal eindigen op 31 januari 2024. Steunpunt Wonen voert daarbij verschillende onderzoeken uit. Op basis van deze onderzoeken kan de Vlaamse Regering een wettelijk kader vormen.

Cohousingprojecten

Huishoudens die geïnteresseerd zijn in het cohousen, kunnen steeds terecht op de website van Cohousing Projects (https://www.cohousingprojects.com). Daarop is alle informatie betreffende cohousing te vinden en staan alle beschikbare projecten in Vlaanderen netjes opgelijst. 

In totaal zijn er nog 456 projecten in ontwikkeling.

Ook bij Vastgoed Walther Van Hoof geloven we in de toekomst van cohousing. Recent werkte ons bedrijf mee aan ‘Cohousing Peer’. Daarbij werd het bestaande schooltje in ‘t Maarlo Peer omgevormd naar een low-budget cohousing woongemeenschap: een aantal volledig uitgeruste, compacte en betaalbare woningen. 

Alle woningen in het project zijn reeds bewoond. Toch geïnteresseerd in cohousing? Houd dan zeker onze projecten in het oog via https://hetlandgoed.be/projecten/ en http://www.cohousinglimburg.be/cohousing-peer/

Deel met vrienden

Gerelateerde blogposts

Blog

Hoe werkt biddit en hoe werkt een makelaar