Hoe je het ook draait of keert, een bod dat jij hebt uitgebracht is steeds bindend. Zelfs wanneer dit op mail, via sms, op een bierkaartje of zelfs mondeling gebeurt.
Dat bepaalt artikel 1583 van Burgerlijk Wetboek:
Hoewel een bod dus steeds bindend is, kunnen verschillende situaties zich voordoen. Indien een bieder zich terugtrekt uit een mondeling overeengekomen bod, is het steeds woord tegen woord.
Ook bij een bod via sms of via mail kan discussie ontstaan omtrent de echtheid van de afzender. Denk daarbij bijvoorbeeld aan vervalsing.
Om die reden raden wij steeds aan om het bod schriftelijk vast te leggen, het liefst op papier en ondertekend door degene die het bod uitbrengt. Het papier heeft in principe geen grotere bindende waarde, maar geldt wel als bewijs. Hierdoor blijft discussie uit den boze.
Een schriftelijk bod, wat staat daar precies in?
Om een goed schriftelijk bod te ontvangen, is het belangrijk om volgende zaken mee te vermelden:
- Beschrijving van het onroerend goed;
- Adresgegevens van het onroerend goed;
- Het bedrag, zowel in cijfers als voluit;
- Handtekening van degene die het bod uitbrengt;
- Datum en locatie van ondertekening;
- Bijzondere voorwaarden (zoals de in- en uittreding, de verplichte aankoop van bijvoorbeeld een garage…).
Opschortende voorwaarde van de koper
Bij een opschortende voorwaarde komt de overeenkomst slechts tot stand indien de voorwaarde vervuld wordt. In de meeste gevallen is dit het verkrijgen van een lening bij de bank.
Bovendien is het belangrijk om een vervaldatum op je bod te zetten. Zo niet, is je bod in principe levenslang geldig. Een goede termijn is twee weken. Verstrijkt die termijn, dan vervalt ook het bod.
Vergeet je als koper ook niet voldoende te informeren over de nodige onderdelen die komen kijken bij de aankoop van een huis. Denk hierbij aan het EPC, bodemattest, stedenbouwkundige inlichtingen, elektrische keuring…
Het is ten slotte aan de verkoper om het bod nu te aanvaarden. Indien er een akkoord ontstaat, kan je overgaan tot de ondertekening van het compromis.
Schadevergoeding bij contractbreuk
Indien de kandidaat-koper zich terugtrekt en het onroerend goed toch niet wenst aan te kopen, heeft de verkoper het recht een schadevergoeding te eisen die (normaliter) gelijk is aan 10% van de afgesproken verkoopprijs.